Friday, April 1, 2011

Een dag zoals elke andere (of toch ook niet)

Op een gewone weekdag sta ik best vroeg op voor mijn doen, zo rond half 7.  Dan eet ik heerlijk vers fruit met verse yoghurt, gemaakt door de Indische ‘Two Sisters’ (zo heet de kleine Indische shop die veel dure geïmporteerde spullen heeft).

Daarna fiets ik tot aan het daladala station. Dit is eigenlijk een grote modderpoel nu waar alle minibusjes kriskras door elkaar staan te wachten en te manoevreren. Na de daladala jochies zo vriendelijk mogelijk genegeerd te hebben, moet ik dan soms tot een half uur wachten voor de daladala vertrekt, en andere dagen kan ik zo in een al vertrekkende daladala springen. Het uur van vertrek is dus wel duidelijk, maar de aankomst eigenlijk nooit!

Zo tussen 8u en half 9 ben ik dan op school en tot de middag hebben de kinderen les. Voorlopig observeer ik nog erg veel en werk veel samen met mama Lati van het kleinste klasje. Samen leren we de kleintjes dan nieuwe gebaren aan. Tijdens de pauze drinken de leerkrachten chai (heel gewone thee, niet zoals de Indische) en eten ze lekker vettige ‘gebakjes’, waar ik soms toch niet aan kan weerstaan.  De kinderen drinken ‘uji’, een soort porridge.
Heel vaak gebeurt er echter iets onverwachts, zoals een (grote) meeting of gaan de leerkrachten plots vroeger naar huis ofzo. Daarom, een gewone dag is meestal nooit hetzelfde als een andere gewone dag.

Na school gaat een deel van de kinderen naar huis en een grote groep blijft, zij zijn de ‘boarding kids’. Zij krijgen dan middageten, vaak ugali (stevige maismeelpap) met bonen. Na het eten speel ik dan met hen of kijk samen in een groot prentenboek of doe andere activiteiten waarbij taal komt kijken. Regelmatig moeten ze ook hun kleren wassen enz en dan probeer ik de kleintjes ook deze gebaren bij te brengen.

Op dinsdag en donderdag heb ik zelf les. Ik ga dan naar een middelbare school om samen met de leerkrachten van die school gebarentaal te leren. Het is een gewone school met 9 dove leerlingen, daarom leren de leerkrachten nu ook gebarentaal.

Van school naar gebarentaalles of terug naar Jamatini (het daladalastation) doe ik ook met de daladala.
Na m’n werkdag ga ik vaak nog even langs de markt of koop groenten en fruit van iemand op straat of ga de lekkere yoghurt van Two Sisters halen. Grappig, je kan hen ’s ochtends een sms sturen met je yoghurt-bestelling voor de dag! En dan met de fiets naar huis!

Op dinsdag ga ik dan nog naar pilates, een echt wazungu-vrouwen-gebeuren en op andere dagen heb ik soms Swahililes of ga ik lopen. Ik ben net terug beginnen lopen en ja dat is erg vermoeiend hier door de hitte, maar doet wel deugd! Achter ons huis zijn allemaal kleine maisveldjes waar zandweggetjes tussen lopen en dat is erg fijn. Ook niet te veel ‘babybaby / dadadada (=sistersister)’ geroep daar:-).
De Swahililes is echt wel nodig, deze taal is toch veel moeilijker dan alles wat ik al voordien geleerd heb…hoop dat ik het toch eens onder de knie zal krijgen! Dan lukt gebarentaal echt veel beter!

Oh ja en vandaag ben ik de eerste keer op huisbezoek geweest bij een 3-jarig meisje van onze school, Rahma, en haar mama. De mama is supergemotiveerd en wil graag gebarentaal leren, daar ga ik haar nu bij proberen helpen. Het was een erg warme ontvangst met chipsy (lokale extra vettige frietjes) en samaki (gefrituurde vis), heel leuk! Hoop wel dat ik dat niet elke week ga krijgen, want dan ga ik nog veel mogen gaan lopen!